Op donderdag 21 november 2013 verschijnt het boek De genade van de steiger, monumentale kerkelijke schilderkunst in het interbellum, van de hand van Bernadette van Hellenberg Hubar, met een bijdrage van Angelique Friedrichs en onder redactie van Gerard van Wezel. Naar aanleiding daarvan organiseert de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) een middagsymposium in de Obrechtkerk in Amsterdam. De locatie is goed bereikbaar met de auto en het openbaar vervoer.* Het boek is in de Obrechtkerk te koop, maar kan ook besteld worden bij de Walburg Pers. Belangstellenden voor het symposium kunnen zich gratis opgeven bij de RCE.

Programma:

13.30 Ontvangst met koffie en thee.

14.00 Welkomstwoord door mr. Manfred Evers, 'regisseur' van de Obrechtkerk.

14.10 Van historische naar esthetische herwaardering van verguisde kunst door prof. dr. Paul van den Akker, hoogleraar Beeldende Kunst voor 1800 aan de Open Universiteit en universitair docent Beeldende Kunst 300-1800 aan de Vrije Universiteit Amsterdam, tevens middagvoorzitter.

14.30 Bevrijding van de dwingende kerk: Over de afkeer van de negentiende-eeuwse kerkelijke kunst en architectuur in Nederland door prof. dr. Sible de Blaauw, hoogleraar Vroegchristelijke Kunst en Architectuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

14.50 De betekenis van de liturgiehistorische context in de herwaardering van de twintigste-eeuwse kerkelijke kunsten door dr. Marisa Melchers, zelfstandig kunsthistorisch onderzoeker.

15.15 Uitreiking van het boek De genade van de steiger door drs. Cees van ’t Veen, directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, aan prof. dr. Henk van Os.

15.25 Op de knieën met Wim Beeren door prof. dr. Henk van Os, universiteitshoogleraar Kunst en Samenleving aan de Universiteit van Amsterdam.

15.45 Theepauze.

16.15 De genade van de steiger: monumentale kerkelijke schilderkunst in het interbellum door dr. Bernadette van Hellenberg Hubar, erfgoedspecialist van adviesbureau vanhellenberghubar.org en hoofdauteur van het boek De genade van de steiger.

16.45 Afsluiting door prof. dr. Paul van den Akker.

17.00 Borrel tot 18.00.

Uitnodiging voor de presentatie van 'de genade van de steiger', 21 november 2013 in de Obrechtkerk te Amsterdam

Uitnodiging voor de presentatie van 'De genade van de steiger', 21 november 2013 in de Obrechtkerk te Amsterdam

De genade van de steiger (beknopte inhoud)

De genade van de steiger vormt de eerste studie die aan de monumentale kerkelijke schilderkunst van het interbellum in Nederland is gewijd. Over dit genre is nauwelijks iets bekend, niet alleen strikt genomen wat betreft de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, maar ook over de aanloop vanaf circa 1900 en de nasleep na 1940. Voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) vormden de kanjerrestauraties van acht grote kerken aanleiding om hier nader onderzoek naar te laten verrichten. Men constateerde dat het gesignaleerde hiaat dit onderdeel van de kerkelijke kunst onzichtbaar dreigde te maken. De geïnitieerde inhaalslag heeft er toe geleid dat er veel relevante informatie beschikbaar is gekomen voor het beheer en behoud van dit type erfgoed.

Bij dit project is een rijk gestoffeerd landschap in kaart gebracht, waarbij voor het eerst ook kwantitatief onderzoek naar monumentale schilderkunst is verricht. Niet eerder is er zoveel bekend geworden over wie zich allemaal in kunstzinnig Nederland bezig hielden met dit genre. Aanvankelijk was gerekend op zo'n 40 treffers, maar uiteindelijk zijn nagenoeg 200 namen van kunstenaars, ateliers en vakschilders tevoorschijn gekomen. Opvallend genoeg blijkt het gros van het nog bestaande werk in rijksmonumenten aanwezig te zijn. Tijdens het onderzoek is veel primaire literatuur opgespoord, mede dankzij de krantenbank van de KB. De analyse van dit materiaal resulteerde in een boek, waarin de lezer in vier inleidende hoofdstukken naar een canon van de verschillende stromingen in de muurschilderkunst wordt geleid. Deze canon bestaat uit drie hoofdstukken die elk gewijd zijn aan een van de ontdekte hoofdstromingen: de epische mis-en-scène en de Beuroner beurtzang (I), het synthetisme en het symbolisme (II), en ten slotte de expressionistische stam (III).

Vorming en technieken Het eerste hoofdstuk is gewijd aan de Amsterdamse Rijksacademie: alleen daar kon men een specialisatie volgen in de monumentale kunst. Aan de hand van concrete lesstof is achterhaald wat voor een soort onderwijs de aankomende kunstenaar op de steiger hier genoot. Hierdoor was het mogelijk lacunes in ouder onderzoek te dichten, hetgeen tot veel kenniswinst heeft geleid. Tegenover de academisch gevormde 'figuristen' stond het anonieme leger aan vakschilders: de voorbereiders, de decoratieschilders en de kalligrafen. Ook deze blijken over het algemeen degelijk geschoold te zijn. Als vervolg op de opleiding is een apart hoofdstuk gewijd aan de technieken en materialen van die tijd. Hierbij kwam voor het eerst aan het licht dat de frescoschilderkunst in Nederland pas tijdens het interbellum serieus beoefend werd. Daarnaast is het ontstaan en de introductie van de succesvolle keimverf in Nederland onder de loep genomen. Ook oudere technieken als olie-, caseïne- en wasverf komen aan de orde, naast nieuwe materialen als linoleum en hard- en zachtboard.

De worgengel in het noorderportaal in Asselt van Joep Nicolas

Joep Nicolas, Cyclus in de crypte van Asselt (1923-1924) (Foto: RCE-Pixelpolder)

Kunstkritiek — Een aparte plaats neemt het hoofdstuk over de kunstkritiek in. Dit bleek onmisbaar om greep te krijgen op de verschillende stromingen en de uiteenlopende begrippen voor de waardering van monumentale schilderkunst. De analyse van dit onderdeel vond plaats op tekstueel niveau, waardoor standaardtermen als symbolisme en expressionisme, maar ietwat paradoxaal ook barok herijkt zijn. De katholieke esthetica van die tijd komt hierbij eveneens aan bod. Daarnaast is het jargon tegen het licht gehouden: dit heeft ertoe geleid dat we woorden als factuur, coloriet, abstract, cerebraal, decoratief, synthetisch, episch, leesbaar, gedenatureerd et cetera in de context van die tijd kunnen verstaan en actualiseren. Langs deze weg is een wetenschappelijk waarderingskader ontstaan dat tot dusver nog niet bestond.

Canon — De voorgaande hoofdstukken monden uit in een overzicht, waarin de belangrijkste kunstenaars en hun volgelingen op het toneel worden gezet. Behalve de drie genoemde hoofdgroepen worden enkele wisselspelers en einzelgänger uitgelicht. Aan de ene kant leidt deze mise-en-scène tot een correctie en verfijning van het algemene beeld van die tijd. Anderzijds wijkt de monumentale schilderkunst door de aparte voorwaarden die het medium stelt zo sterk af van de gangbare uitingsmiddelen dat dit ook van invloed blijkt op de positionering. Ondertussen worden programma's gerealiseerd die iconografisch bezien verrassende oplossingen tonen, terwijl ze tegelijkertijd de bindende kracht van de christelijke symboliek demonstreren. De publicatie brengt alles bij elkaar veel nieuwe feiten en inzichten over het voetlicht. Ze biedt de gelegenheid om kennis te maken met een aparte wereld binnen de internationale artistieke scene, die een nadere beschouwing meer dan waard is.

Productie Het onderzoek is opgezet naar een idee en onder leiding van Gerard van Wezel van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het manuscript is van de hand van dr Bernadette C.M. van Hellenberg Hubar, met medewerking van drs Angelique Friedrichs (hoofdstuk 3) en assistentie van drs Silvia Pellemans en drs Ingrid M.H. Evers. Het boek wordt rijkelijk geïllustreerd met speciaal daarvoor gemaakt beeldmateriaal, geproduceerd door Sjaan van der Jagt van Pixelpolder. Voor de correctie tekenden Marij Coenen en drs ir Marja Langenberg, terwijl de eindredactie en inhoudelijke synchronisatie verzorgd werd door professor dr Paul van den Akker.

Database Behalve deze publicatie wordt medio 2013 de verzameling van alle aangetroffen namen van kunst- en vakschilders door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed omgezet in een database die on line geraadpleegd zal kunnen worden.

De omslag rolt van de drukpers

De omslag rolt van de drukpers.

*) Locatie van het symposium: Obrechtkerk (Onze Lieve Vrouw van de Allerheiligste Rozenkrans), Jacob Obrechtstraat 30, 1071 KM Amsterdam, www.obrechtkerk.nl. Vanaf het Centraal Station tram 2 en 16, halte Jacob Obrechtstraat. Vanaf Station Zuid tram 5, halte Concertgebouw. Vijf minuten lopen. Parkeergarage Museumplein, ingang Van Baerlestraat. Vijf minuten lopen.

 

Weergaven: 303

Opmerking

Je moet lid zijn van Register Freelance en Zelfstandige Kunsthistorici om reacties te kunnen toevoegen!

Wordt lid van Register Freelance en Zelfstandige Kunsthistorici

© 2024   Gemaakt door Andréa A. Kroon.   Verzorgd door

Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden