Ondernemende professionals in de kunst-, cultuur- en erfgoedsector
Welkom bij
Register Freelance en Zelfstandige Kunsthistorici
Voor de tweede keer sinds het begin van onze museumqueeste verruilden Meinoud en ik de Randstad voor de 'periferie'. Vanuit de trein zagen we hoe achtereenvolgens het Utrechtse en Gelderse landschap aan ons voorbijtrok, waarbij Meinoud zich hardop afvroeg waar alle huizen toch gebleven waren en waar al die ruimte vandaan kwam. Uiteindelijk bracht het spoor ons naar Arnhem. Nu was het een nogal druilerige, grijze dag. We hadden geen idee waar het museum precies lag, maar gelukkig had Meinoud zijn 'apparaatje' bij zich. Ik zeg nogmaals: Lang leve de mobiele techniek! Waar zouden we zijn zonder mobiele telefoons? Onder een afdakje staarden Meinoud en ik naar het ieniemienie-kaartje op de telefoon en al gauw bakkeleiden we over de vraag waar we nou in realiteit naar toe moesten lopen. Na de gebruikelijke, typisch mannelijke opmerkingen over het onvermogen van vrouwen om kaart te lezen in het algemeen en mij in het bijzonder, bleek Meinoud natuurlijk gewoon gelijk te hebben. Even typisch mannelijk was zijn weigering om onder mijn felroze paraplu te lopen. Dus terwijl Meinoud en zijn peuk nat miezerden, huppelde ik vrolijk onder mijn paraplu. Totdat de wind er vat op kreeg en mijn plu omklapte - ik vind dat toch zo irritant. Daar stond ik dan, enigszins gegeneerd en poogde het roze kreng weer in de juiste vorm te krijgen. Op het gezicht van Meinoud verscheen een soort van meewarig geamuseerde grijns en diep in mij voelde ik de neiging opkomen om het roze geval te doen neerdalen op dat smoel. Maar ik vermande - vervrouwde - mij en besloot de rest van de wandeling de miezer maar gewoon te trotseren.
Bij het museum gekomen wachtte ons een teleurstelling. De tentoonstelling van het realisme van Otto Dix bleek net het weekend afgelopen te zijn. Meinoud had deze tentoonstelling uitgekozen als vervolg op onze kennismaking met het realisme in de Kunsthal. Door de feestdagen hadden we ons bezoek uitgesteld en helemaal vergeten na te gaan of de tentoonstelling er nog wel was. We moesten het daarom doen met een half gevuld museum.
Nu heeft het museum in Arnhem zich onder andere toegelegd op het realisme en sociaal-geëngageerde kunst. Dat was even wennen, want dat hadden we de afgelopen maanden nog niet veel gezien. Zelf ben ik meer bekend en vertrouwd met de kunst van de avant-gardes uit de vorige eeuw. Sociaalkritische kunst maakt me eerlijk gezegd altijd een beetje onrustig. Kunst kan wat dat betreft heel verschillende functies hebben. Er zijn kunstenaars die vooral bezig zijn met de werkelijkheid op doek, met schilderkunstige problemen. Andere kunstenaars gebruiken kunst om stelling te nemen en maatschappijkritisch te zijn. Dat brengt een andere manier van kijken met zich mee. Het gaat er dan niet om of je iets mooi vindt of dat je onder de indruk raakt van compositie of kleurgebruik, maar je wordt uitgedaagd stelling te nemen over maatschappelijke thema's. Zo zagen we het werk van drie Zuid-Afrikaanse vrouwelijke kunstenaars. Beginwerk van de welbekende Marlène Dumas (1953) - zie onderstaande collage - en recent werk van de jongere Zanele Muholi (1972) en Dineo Bopape (1981).
Zanele Muholi is lesbisch en brengt de discriminatie tegen anders geaarden in Afrika in beeld, met name die van de zwarte lesbische vrouw. In dit continent is homoseksualiteit vaak niet geaccepteerd en worden vrouwen er om mishandeld, vermoord of verkracht met de gedachte de vrouw zo te genezen. Muholi zoekt lesbische vrouwen op, luistert naar hun verhalen en maakt portretten van ze. Ze laat zo de misstanden zien waaraan deze vrouwen zijn blootgesteld, maar brengt ook hun liefde, genegenheid en intimiteit in beeld. Op de tentoonstelling was de installatie Insila Yomuntu te zien - zie collage hieronder, de bovenste foto heb ik van de site van het MMKA. Allerlei soorten en maten onderbroeken die de kunstenares gekocht heeft op de tweedehands markt waren op de muur zijn gepind. Keurig gerangschikt op kleur, eigenlijk best mooi. Tegelijk was het heel raar, want ondergoed is heel intiem en ik voelde onwillekeurig wel aan dat dit verwees naar het ongeoorloofd aantasten van het meest intieme van medemensen. Zulk werk kun je niet beoordelen op schoonheid of originaliteit, maar opent je ogen voor een realiteit op deze planeet waar je eigenlijk niet neutraal onder kunt blijven. Voor mij was het in ieder geval een kennismaking met een wereld en praktijken waar ik niet veel van wist. Tegelijkertijd vind ik het wel lastig wat ik ermee moet.
Dat geldt niet alleen voor het werk van Muholi. Ik had het ook bij de nieuwe aanwinsten uit 2010. Ook daar ging het over racisme en onrecht uit de hele wereld. Ik merkte dat hoe erg ik het ook vind, ik er tegelijkertijd niet zoveel mee kan. Omdat het letterlijk best wel ver van mijn bed is. Daar voelde ik me erg omgemakkelijk bij, alsof ik slecht bezig ben als leed van ver me niet zo raakt. Ik snap dat Zanele Muholi het onrecht dat lesbische vrouwen aan wordt gedaan in beeld brengt. Dat staat heel dichtbij haar en ik vind het heel moedig dat ze het doet. Maar dat Nederlandse kunstenaars werken maken over bijvoorbeeld de Klu Klux Klan in Amerika vind ik heel moeilijk te volgen. Ik was daarom heel blij met het werk van Melanie Bonajo (1978), die foto's maakt van zorgvuldig samengestelde composities. Bijvoorbeeld vrienden die letterlijk vastzitten aan hun eigen bezittingen of multiculturele gezinnen waarvan de gezichten geverfd zijn. Zij blijft dichtbij huis en raakt thema's waar ik dagelijks mee omringd wordt of over nadenk.
Boven was nog een wat meer klassieke tentoonstelling. Het thema was dood en herinnering. Er hingen heel mooie werken en het was goed ingericht. Maar de grote verrassing voor ons was de presentatie van tweedejaars studenten van Artez. Zij hielden op verschillende plaatsen in de tentoonstelling kleineperformances, die gingen over de betrekkelijkheid van het bestaan. Zo zaten er twee studenten op de grond die muntjes op hun gezicht legden, een andere studente föhnde haar haren en één studente kwam strak op Meinoud af en keek hem zwijgend diep in de ogen. Daarna wendde ze de blik naar mij en sprak de woorden: 'Je blouse is te groot'. Heel raar dat een vreemde zo in je persoonlijke ruimte komt enperformance of niet, het schoot toch even door mijn hoofd: "Waarom zegt ze dat?" Na afloop hebben we nog feedback gegeven en daarna zijn we weer afgetaaid naar het station. In de trein kakten we helemaal in van alle indrukken en de grauwe dag. Ik heb nog voorgesteld om in het geval dat we per ongeluk in slaap zouden vallen om pas in Schiphol wakker te worden we wel in navolging van Dianne - het zusje van Meinoud - naar New York door konden reizen om het MoMA te bezoeken. Maar Meinoud is een verstandig mens en wees me op de budgettaire consequenties. In Utrecht stapten we dus gewoon uit en tramden naar Kanaleneiland, alwaar onze wegen zich weer scheidden, weer een museumervaring rijker.
© 2024 Gemaakt door Andréa A. Kroon. Verzorgd door
Prikbord
Je moet lid zijn van Register Freelance en Zelfstandige Kunsthistorici om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Register Freelance en Zelfstandige Kunsthistorici